Nederlandse cryptobedrijven komen definitief onder strenger toezicht te staan
Op korte termijn moeten cryptobedrijven zich registreren bij toezichthouder De Nederlandsche Bank: de nieuwe antiwitwaswet is door de Eerste Kamer heen. Opvallend is dat nog twee belangrijke pijnpunten werden aangekaart. Zo werd het een drol met een goud randje.
Een week geleden is het lot van een omstreden dossier verzegeld. Met grote meerderheid hebben de Eerste Kamer-fracties het wetsvoorstel aangenomen waarmee de vijfde Europese anti-witwasrichtlijn in Nederlandse wetgeving wordt opgenomen. Effectuering van de nieuwe regels wacht nu enkel nog op een handtekening van de koning.
Na de afkondiging van de wet moeten bedrijven die bepaalde diensten aanbieden rondom cryptovaluta zich registreren bij De Nederlandsche Bank (DNB). Ook zijn ze wettelijk verplicht om de identiteit van nieuwe en bestaande klanten uitvoerig te controleren en transacties te monitoren op verdachte activiteit.
Georganiseerde misdaad
Die verdachte activiteit is het allemaal om te doen. Het idee is dat melding ervan bijdraagt aan het tegengaan van witwaspraktijken en het financieren van terroristische activiteiten. Maar hoe groot is de rol van cryptovaluta in die context eigenlijk?
“De precieze cijfers zijn lastig te geven, maar als je kijkt naar de preferred method of payment op het darkweb, dan zijn dat crypto's”, vertelt minister Hoekstra tijdens de openbare behandeling van het wetsvoorstel. “Dat betekent niet dat iedereen die in crypto's zit per definitie foute boel is, maar we zien allemaal dat cryptovaluta voor de georganiseerde misdaad natuurlijk een hele makkelijke manier is om geld weg te sluizen.”
Je zou verwachten dat dergelijke beweringen in de context van wetsvorming goed onderbouwd kunnen worden, maar op doorvragen van een aantal kamerleden verwijst Hoekstra simpelweg naar de rapporten van “instituten die dit een serieus probleem vinden”, zoals Europol, de G20, de FATF en onze eigen FIOD. Dat het uitsluitend om organisaties gaat die zelf een belang hebben bij de invoering van de regels wordt er door Hoekstra niet bij vermeld.
‘De aanval is de beste verdediging’ is het dogma waaronder het beleid rondom witwasproblematiek en terrorismefinanciering gevormd wordt. Er worden enorme sleepnetten uitgeworpen zonder dat we een duidelijk beeld hebben bij de effectiviteit van al die maatregelen. De Algemene Rekenkamer (AR) concludeerde in 2008 dat:
- Witwassen nog onvoldoende werd voorkomen;
- De kans dat witwassen ontdekt en bestraft werd klein was;
- Opsporingsdiensten en het Openbaar Ministerie de mogelijkheden die er waren om
crimineel vermogen te ontnemen nog te weinig benutten.
Het is onduidelijk of er sindsdien iets veranderd is. “We komen tot de conclusie dat de verantwoordelijke ministers weliswaar geïnvesteerd hebben in het vergroten van de capaciteit, deskundigheid en informatie-uitwisseling, maar nog niet kunnen aangeven wat dit heeft opgeleverd”, schrijft de AR in 2014.
In de jaren erna resoneert hetzelfde geluid, een ondertoon die ook doorklinkt in de antwoorden van Hoekstra. “Ik heb grote zorgen op het gebied van witwassen, en vooral over wat dat doet met de samenleving”, relativeert Hoekstra het gebrek aan data. “Daar heb ik grote, grote zorgen over.”
Dat bezorgdheid een discutabele basis is voor de opvoering van nieuwe wetten en regels wordt in de Eerste Kamer nauwelijks aan de kaak gesteld. Maar de heer Van Apeldoorn (SP) legt toch nog de vinger op de zere plek:
“Ik denk dat het probleem groot is, maar als het erom gaat hoe via het darkweb gebruik wordt gemaakt door criminelen van virtuele cryptovaluta, dan is toch mijn vraag aan de minister: is het correct dat de wijziging van de vierde Anti-witwasrichtlijn die nu voorligt, daar weinig aan doet?”
Op de vraag is nooit een concreet antwoord gekomen.
Funest voor kleine ondernemers
In aanloop naar de behandeling van dit wetsvoorstel in de Eerste Kamer is er veel om te doen geweest. De kritiek vanuit de sector is krachtig samengevat door advocaten Frank ’t Hart en Els Deerenberg. Zij concludeerden dat de betrokken bewindsvoerders de Tweede Kamer een “onjuiste voorstelling van zaken” hebben gegeven:
- Het wetsvoorstel bevat strengere eisen dan de richtlijn.
- Het wetsvoorstel bevat van de richtlijn afwijkende normen rondom bedrijfsvoering.
- Het wetsvoorstel introduceert, tegen het advies van de Raad van State in, een vergunningstelsel onder de vlag van een registratieplicht.
Vooral de rol van De Nederlandsche Bank werd als dissonant gezien in de totstandkoming van de aangescherpte wetteksten. Omdat de toezichthouder zinspeelde op een aanscherping van de voorgestelde regels leek Nederland voor te sorteren op (veel) strenger beleid dan op grond van de Europese richtlijn nodig is: een streng en duur licentiestelsel verpakt als registratieplicht.
Die zorg werd verder aangedikt toen boven tafel kwam dat DNB maar liefst 1,7 miljoen euro in de begroting opgenomen heeft als kostenpost voor het toezicht op de cryptosector in 2020. Omgerekend kom je al snel op tienduizenden euro’s aan toezichtskosten per cryptobedrijf – €34.000 is het bedrag dat door de wandelgangen gonste. Funest voor kleine ondernemers en dodelijk voor innovatie.
De heer Otten (Fractie-Otten) stelt hierover een vraag aan minister Hoekstra. “Als die wet wordt ingevoerd, dan hebben we geen level playing field en dan gaan die mensen óf ermee stoppen, óf naar het buitenland, en dan zijn we een heleboel innovatie en hoogwaardige werkgelegenheid kwijt. Hoe gaat u dat in de praktijk doen?”
Het antwoord van de minister is opvallend. “Men zal ook vanuit De Nederlandsche Bank naar buiten komen met een inschatting van hoe die kosten er wel ongeveer uit zullen gaan zien, maar dat zal significant lager zijn dan de inschatting die in de brief van de belangenbehartigers stond, en die de Kamerleden hebben gekregen”, vertelt Hoekstra. “Dus ik denk dat die pijn echt een heel stuk kleiner is dan is gesuggereerd in die brief.”
Later op de avond gaat Hoekstra nogmaals in op de toezichtskosten. “Maar voor de zomer — ik meen zelfs voor 1 juni — komt ook het precieze sommetje. Ik zal dat ook zelf met de Kamer delen, zodat daar geen enkel misverstand over bestaat. Dat zal proportioneel zijn en dat zal echt veel lager zijn dan die €34.000.”
Duidelijke taal en voor de sector een lichtpuntje, hoewel ook een halvering van dat bedrag nog een hoge drempel zou zijn voor startups om deel te nemen aan deze opkomende sector. Helaas vraagt geen van de Eerste Kamer-fracties waarom er geen financiële ondergrens in de wet is opgenomen. Ook blijft onduidelijk waarom de toezichtskosten niet afhankelijk zijn gemaakt van het volume aan transacties dat verwerkt wordt.
Fractie-Otten stipt nog een gevoelige plek aan en vraagt expliciet naar één van de kritiekpunten vanuit de sector: de introductie van een vergunningstelsel onder de vlag van een registratieplicht. “Waarom wijkt u af van het Raad van Stateadvies, dat duidelijk zegt: er is hier een registratieplicht op basis van de richtlijn, en geen vergunningsplicht?”
Hoekstra onderbreekt direct. “Het is echt een misverstand dat het kabinet daar niet naar de Raad van State geluisterd zou hebben. Het kabinet heeft dat specifieke punt van de Raad van State gewoon ten volle overgenomen”, aldus de minister. Later op de avond komt Hoekstra er nog eens op terug. “Het is gewoon anders of je een registratieplicht hebt of dat je een vergunningplicht hebt. Registreren doe je en een vergunning wordt aan je verleend. Dat is gewoon echt wat anders. De lat ligt daar ook op een ander niveau.”
Zo zijn er voor Nederlandse marktspelers twee belangrijke punten van zorg aangekaart. De kosten gaan lager uitvallen en de deur richting een verkapt vergunningstelsel met aanverwante verplichtingen en kosten is nu expliciet op slot gegooid.
Drempels voor consumenten
Als consument ga je de inwerkingtreding van de wet merken: nieuwe drempels en minder privacy. Voortaan moet je in de aanmeldprocedure meer persoonlijke informatie prijsgeven met als discutabele klap op de vuurpijl het insturen van je identiteitsbewijs. Ook bestaande klanten ontkomen niet aan die vereiste.
Diverse bedrijven hebben de handdoek al in de ring moeten gooien vanwege de aangescherpte regels, waaronder Bottle Pay, Post-a-Coin en Coingarden. Van Deribit, een leidend handelsplatform voor bitcoinderivaten, werden de activiteiten naar Panama verhuisd.
Die beslissing is genomen in anticipatie op de nieuwe antiwitwasregels. “Er liggen drie redenen aan ten grondslag”, vertelt Luuk Strijers, commercieel directeur van Deribit. “De Nederlandse wetgeving is strenger dan Europa voorschrijft, binnen Nederland is onduidelijkheid over de rechtspositie van crypto-derivaten, en binnen de Europese Unie ligt er tot nu toe ook nog geen eenduidige visie op deze opkomende financiële markt.”
Voor Deribit is het een kwestie van de eigen concurrentiepositie gezond houden. “Stel je bent cliënt uit Singapore en je handelt op Deribit met geld dat je gespaard hebt. Nu veranderen Nederlandse regels, en moet je ineens allerlei documenten overleggen waar Deribit volgens jou niets mee te maken heeft”, geeft Strijers als voorbeeld. “Zo’n klant is snel overgestapt naar een andere dienstverlener.”
Het laatste slachtoffer van de nieuwe regels is Bittr, een jonge Nederlandse dienst die het voor consumenten extreem makkelijk maakte om op een vast moment (kleine bedragen aan) bitcoins aan te kopen. Zelfs al zou oprichter en eenpitter Ruben Waterman de toezichtskosten kunnen en willen dragen, dan nog zijn de voor Waterman en zijn klanten opgeworpen drempels te hoog.
Het nemen van die drempels wordt verder bemoeilijkt omdat eenmanszaken, startups en kleine bedrijven in DNB een starre en ongeschikte partner vinden. De bewoording rondom de toetsing voorafgaand aan de registratie maakt dat al snel duidelijk:
Het toezicht van DNB richt zich op integere cryptodienstverlening. Het toetsingsproces levert daar een belangrijke bijdrage aan. Bestuurders en commissarissen zijn essentieel voor de strategie en bedrijfscultuur en daarmee voor de integriteit van een instelling. DNB toetst of (beoogd) bestuurders en commissarissen geschikt zijn om hun functie te vervullen en of hun betrouwbaarheid buiten twijfel staat.
Je begrijpt dat de raad van commissarissen van Bittr niet warm liep voor het idee van registratie, vertelt ook president-commissaris Waterman in het persbericht waarin hij de ontbinding van zijn bedrijf aangekondigt. Ook alle aandeelhouders en werknemers van zijn eenmanszaak zijn vrijwel direct op de rem gaan staan. Niettemin doet het Waterman pijn om te stoppen: “things have turned bitter for Bittr”.
Pas het begin
Hoewel Hoekstra verzachtende woorden heeft uitgesproken over de wetgeving die is aangenomen, is nu al duidelijk dat het hier niet bij blijft. De eerste slok van de gifbeker is enkel wat minder zuur geworden. In de openbare behandeling wordt men op de volgende slokken alvast voorbereid.
“Als ik heel eerlijk ben, dan vermoed ik dat dit niet de laatste richtlijn is, en zeker niet het laatste wetsvoorstel dat wordt besproken door dit kabinet en zeker ook door kabinetten hierna”, vertelt minister Hoekstra. “Mijn voorspelling is: dit worden updates, updates en nog een keer updates.”
Hoekstra doelt daarmee onder andere op aanvullende witwasmaatregelen die vanuit de FATF zijn bekokstoofd. Het meest vergaande edict moet ervoor zorgen dat cryptobedrijven iedere transactie vergezellen met alle noodzakelijke informatie over afzender én de begunstigde. Die informatie moet naar alle betrokken tegenpartijen verzonden worden en moet afgegeven kunnen worden indien autoriteiten daar naar vragen.
In de loop van 2019 werd door Nederlandse Bitcoin-bedrijven aandacht gevraagd voor deze dubieuze trend. De door de FATF voorgestelde witwasmaatregelen “brengen de privacy van EU-burgers in het geding”, lazen we in een brandbrief gericht aan de minister van Financiën. Die brandbrief is nog lang niet geblust en het is maar de vraag of het vuur te doven is. Er volgen immers updates, updates en nog een keer updates.
Zo is de nieuwe antiwitwaswet een drol met een goud randje. Op het laatste moment mondeling nog een beetje opgeleukt, maar het begint al aardig te stinken.
Iedereen heeft een mening
Onder de noemer Opinie
schrijven we regelmatig over een spraakmakende podcast, video of tweetstorm.
We zijn het niet noodzakelijkerwijs eens met de spreker of schrijver, maar vinden het interessant genoeg om
te delen, duiden en ondertitelen.