Amerikaanse autoriteiten willen toezicht op cryptovaluta verruimen

Overleg tussen toezichthouders

Dat de financiële waakhonden zich voorbereiden op actiever toezicht op bitcoin en andere cryptovaluta blijkt uit een interview tussen Michael Hsu en de Financial Times. Hsu is namens het kabinet-Biden het gezicht van de belangrijkste toezichthouder op de banksector.

Volgens Hsu is het grootste probleem dat op dit moment onduidelijk is hoe de bevoegdheden onder alle toezichthouders verdeeld zijn. “Het komt neer op coördinatie tussen de verschillende agentschappen”, zegt Hsu. “Alleen al door even met een aantal van mijn collega’s te praten, is er veel meer interesse om de banden aan te halen.”

Eén van de vruchten van Hsu’s initiatief is de vorming van een op cryptovaluta gericht “sprintteam” waar medewerkers van drie verschillende toezichthouders aan deelnemen. “Het doel is niet om beleid te schrijven, maar om een aantal ideeën aan elkaar voor te leggen om te overwegen”, vult Hsu in enigszins raadselachtige bewoording aan. “Het team is klein en senior. De gedachte is dat de tijd dringt en dat het lastiger wordt [om het toezicht te verruimen] als de cryptomarkt te groot wordt.”

Nieuwe grenzen

Perimeters zijn grenzen die een bepaalde ruimte van een andere afscheiden of afschermen. Ook in de digitale ruimte wordt deze term gehanteerd, vaak als verwijzing naar een ‘virtueel hek’. Voor toezichthouders is zichtbaar en grijpbaar wat zich binnen het hek afspeelt, maar daarbuiten vervagen het zicht en de bijbehorende bevoegdheden snel.

Met enige regelmaat is de omvang van de gereguleerde ruimte onderwerp van discussie. Zeker de bankencrisis die in de zomer van 2007 ontstond, heeft de gemoederen bezig gehouden. In het voorjaar van 2009 wijdde het IMF er een standpuntnota aan met de titel The Perimeter of Financial Regulation. Een ander voorbeeld komt van de Europese Bankautoriteit, die zich in 2019 uitsprak over de regulatory perimeter in de context van de fintechsector.

Onderliggend aan al deze verkenningen is de wens – en opdracht – te voorkomen dat nieuwe risico’s overslaan op delen van de economie die daar normaliter los van staan. Als niemand zich daarover ontfermt, staat de stabiliteit van het gehele systeem op het spel, is het idee.

Anders dan in (o.a. Nederlandse) media aangedragen wordt, is het niet de intentie van toezichthouders om bitcoin de kop in te drukken, maar om de gereguleerde ruimte te vergroten en de rollen beter te verdelen. Het doel is om alle geldstromen en activiteiten in de cryptomarkt binnen het virtuele hek te plaatsen, net zoals nu voor aandelen en andere verhandelbare assets het geval is. Voor de professionele belegger valt daarmee juist risico weg, omdat de positie van bitcoin vanuit het perspectief van wet- en regelgeving en surveillance duidelijker wordt.

Het FT-interview waarop deze berichtgeving gestoeld is, bevat slechts enkele uitspraken van Hsu. Als opvulling worden eerdere uitlatingen van SEC-voorzitter Gary Gensler en minister van Financiën Janet Yellen gebruikt. Zo kan het gebeuren dat het NRC uitspraken van Gensler aan Hsu toedicht, waardoor het interview ten onrechte een andere kleur krijgt dan feitelijk het geval was.

Het signaal in de ruis is dat toezichthouders en wetgevers wereldwijd juist graag duidelijkheid willen verschaffen aan de markt en al haar participanten. In Europa komt die duidelijkheid in de vorm van MiCAR. De trend om regels te expliciteren is netto positief; dat is immers waar bedrijven en financiële instellingen al jaren op wachten. Als zij érgens een hekel aan hebben, is het een markt die omgeven is door een sluier van onzekerheid.