Amerikaanse belastingdienst richt pijlen op privacy-features en Layer 2-protocollen
Rond privacy wordt in de wereld van cryptovaluta flink aan de weg getimmerd. Voor de gebruiker zijn het doorgaans aangename vernieuwingen, maar voor toezichthouders ligt dat ingewikkelder. De Amerikaanse belastingdienst komt daarom met een oproep.
Touwtrekken
De opsporingsdienst van de Amerikaanse fiscus, de Internal Revenue Service (IRS), heeft een zogeheten Request for Information (RFI) online gezet. Het markeert de start van een zoektocht naar bedrijven die kunnen helpen met het ontrafelen van het gebruik van op privacy gerichte cryptocurrencies en protocollen.
“Op dit moment zijn er weinig manieren om transacties met privacy-munten te volgen”, schrijft de Criminal Investigation-divisie (CI) van de IRS. “Dat geldt ook voor transacties via Layer 2-protocollen, sidechains, en bij gebruik van op privacy gerichte algoritmes.” In de laatste categorie vallen features als Schnorr-signatures, Taproot en andere concrete voorstellen waarvan verwacht wordt dat ze in de basislaag van Bitcoin worden opgenomen.
Van dat vooruitzicht wordt de IRS een beetje zenuwachtig. Onderdeel van haar takenpakket is het tegengaan van belastingfraude, witwassen en andere financiële fraude. Een lastige opgave als malafide activiteit niet meer te signaleren is. Het is allemaal onderdeel van de eeuwige touwtrekwedstrijd tussen controle en privacy: vaak gaat de één ten koste van de ander.
Bouw een prototype
De IRS wil dat bedrijven “interactieve prototypes” gaan ontwikkelen waarin “clusters van transacties worden weergegeven, vergelijkbaar met de tools die worden aangeboden door Chainalysis, CipherTrace, Coinbase en Elliptic, maar gericht op privacy-munten en privacyverbeterende technologieën.”
Bitcoins protocol is anoniem, maar als gebruiker ervan is je anonimiteit niet gegarandeerd. Door verschillende gegevens met elkaar in verbinding te brengen, kan je identiteit achterhaald worden. Dat proces heet deanonimisering. Een concreet voorbeeld daarvan werd in 2017 door onderzoekers van de Princeton University beschreven: “We show how third-party web trackers can deanonymize users of cryptocurrencies”.
Eén van de functionele eisen is dat het prototype “kan voorzien in OSINT-informatie over geïdentificeerde gebruikers”. OSINT staat voor Open Source Intelligence en omhelst het verzamelen en analyseren van gegevens uit open en publiek beschikbare bronnen. Denk aan sociale netwerken, afbeeldingen, massamedia en open of semi-gesloten databases. De wens om de verzamelde informatie te kunnen delen met onderzoekers onthult dat het om een tool gaat die een centrale plek moet innemen in de opsporingsactiviteiten van de fiscus.
Zorgen om Bitcoin
“Steeds meer mensen nemen privacy-munten in gebruik, waaronder malafide spelers,” schrijft de IRS. Volgens de fiscus werd dat in april 2020 pijnlijk duidelijk. “Een RaaS-groep (Ransomware as a Service) stelde toekomstige losgeldbetalingen enkel nog in Monero (XMR) te willen ontvangen vanwege zorgen rond de privacy van Bitcointransacties.”
Naast op privacy gerichte munten noemt de IRS twee aan Bitcoin gerelateerde – voor hen heikele – ontwikkelingen. “Schnorr-signatures vormen een nieuwe uitdaging voor onderzoeksdiensten waar op dit moment nog geen commerciële oplossing voor op de plank ligt”, schrijft de fiscus. “Ze hebben diverse voordelen voor de eindgebruiker, maar het is funest voor de effectiviteit van traditionele methodes voor het traceren van transacties.”
De RFI vervolgt met een toelichting op het Lightning Network. “Merk op dat het aantal nodes sinds maart 2018 gegroeid is naar bijna 10.000. Vergelijk dat met het aantal dat verbonden is met Bitcoins mainnet (~10.570), en je ziet dat het om een significant aantal gebruikers gaat,” schrijft de fiscus. “Ondanks dat Layer 2-protocollen weggewuifd zijn in de investigative support community, ligt er nu duidelijk bewijs dat het een groeiend netwerk betreft.”
De deadline voor het indienen van informatie is op 14 juli gezet.
Iedereen heeft een mening
Onder de noemer Opinie
schrijven we regelmatig over een spraakmakende podcast, video of tweetstorm.
We zijn het niet noodzakelijkerwijs eens met de spreker of schrijver, maar vinden het interessant genoeg om
te delen, duiden en ondertitelen.