Discussie over verdelen van crypto in generaties
In de vorige drie artikelen beschreven we drie generaties van cryptoprojecten. Het begon in 2009 bij een nog matig uitgewerkt idee en evolueerde in een kleine tien jaar naar krachtige netwerken die de wereld veranderen. Deze netwerken worden vaak in een aantal generaties ingedeeld. Maar hoe duidelijk zijn de grenzen? En hoe zinvol is het eigenlijk?
Verschillende verdelingen
In dit dossier hebben we zelf deze verdeling aangehouden:
- De eerste generatie begon bij Bitcoin, en leverde digitaal onvervalsbaar geld.
- De tweede generatie begon bij Ethereum, en gaf ons smart contracts, de programmeerbare adressen waarmee slimme apps gebouwd kunnen worden.
- De derde generatie maakt het bruikbaar in de echte wereld door er o.a. snelheid, schaalbaarheid en veiligheid aan toe te voegen.
Deze verdeling is niet geheel willekeurig. Ik heb eens rondgekeken hoe anderen het verdelen, en daar is best een lijn in te ontdekken.
De eerste generatie
Vrijwel iedereen noemt als belangrijkste kenmerk van de eerste generatie dat het gaat om digitaal geld. Het is onvervalsbaar en kan maar één keer worden uitgegeven. Bitcoin en de eerste altcoins worden genoemd, maar ook Monero, Dash en Zcash.
Deze munten verschillen natuurlijk. Wat meer privacy, wat lagere transactiekosten, wat kortere transactietijd, wat meer governance. Maar in de kern blijft het geld of een oppotmiddel zoals goud of zilver dat ook zijn.
De tweede generatie
Kenmerkend bij de tweede generatie is de programmeerbaarheid. Ethereum introduceerde smart contracts, en maakte daarmee mogelijk dat er op een adres een programma wordt gepubliceerd die allerlei slimme dingen kan, zoals geld verdelen, tijdelijk vasthouden en inwisselen voor een token.
Die tokens kunnen van alles zijn. Verzamelobjecten, valuta in een ander ecosysteem of een soort aandelen in een project. Naast Ethereum worden ook NEO en WAVES veel genoemd.
De derde generatie
Vanaf de derde generatie gaan de bronnen allerlei kanten op. Dat is logisch, want die derde generatie is zich nu nog aan het vormen, en iedereen schrijft op wat vanuit zijn perspectief en zijn ervaring het verschil gaat maken.
De rode draad die ik erin zie is de toepasbaarheid in de echte wereld. De platforms van de tweede generatie (en de projecten die erop draaien) bewijzen dat een bepaald idee technisch mogelijk is, maar er zijn er nog maar weinig die een echt product in de echte wereld hebben.
Drempels daarvoor zijn bijvoorbeeld hoge transactiekosten, lange wachttijd, gebrek aan privacy, gebrek aan bestuur, hoge energiekosten, bugs in smart contracts en gebrek aan uitwisselbaarheid tussen blockchains.
Veel projecten proberen een of meerdere van deze drempels weg te nemen. Hier komen we in de bronnen allerlei projecten tegen, zoals EOS, Cardano, Zilliqa, Lisk, Stellar, Aion, HashGraph en IOTA.
Is het 3.0 of 2.1?
Of je projecten die deze zaken aanpakken nou meteen derde generatie moet noemen, is de vraag. Je zou het ook als verbeteringen binnen de tweede generatie kunnen zien.
Het ontbreken van een duidelijk aanwijsbare eigenschap die het verschil kenmerkt tussen de tweede en derde generatie pleit hiervoor.
Ook interessant is dat projecten van de tweede generatie zich verder ontwikkelen en genoemde problemen proberen op te lossen. Denk aan Ethereum Casper waarbij van Proof-of-Work naar Proof-of-Stake wordt overgeschakeld. Of aan het toevoegen van lightning network om transactiekosten en -tijd te verbeteren.
Marketingtaal
Wat ook opvalt in de artikelen dat bepaalde blockchains zichzelf heel expliciet positioneren als x-de generatie netwerk. Dezelfde marketingzinnetjes komen dan in verschillende blogs en tweets terug.
Daar trappen we niet in. Laat de tijd maar bewijzen wie revolutionair blijkt te zijn en wie een nieuwe era bleek in te luiden!
Andere verdelingen
Ik wil afsluiten met het volgende idee.
De veronderstelling was dat het verschil tussen de eerste en tweede generatie blockchains wordt gemaakt door de programmeerbaarheid en smart contracts. Maar misschien moeten we ze niet verdelen in generaties, maar in de groepen "geld" en "platforms".
Denk aan een ver doorontwikkelde, moderne blockchain. Snel, goedkoop, veilig, duurzaam. Maar bedoeld als geld, en niet meer dan dat. Dat zou in deze verdeling in de eerste generatie vallen.
Denk ook aan een bejaarde codebase die traag, duur en inefficiënt is, maar wel bedoeld is als platform en smart contracts heeft. Die zou hier in de tweede generatie vallen.
Je zou kunnen zeggen dat geld-projecten zich kunnen ontwikkelen, en platform-projecten ook. In dat geval zou je eerder een matrix krijgen dan een lineaire verdeling in generaties.
Research
Rest mij nog mijn research met jullie te delen. Zie daarvoor deze Google Sheet. Doe ermee wat je wilt!
Iedereen heeft een mening
Onder de noemer Opinie
schrijven we regelmatig over een spraakmakende podcast, video of tweetstorm.
We zijn het niet noodzakelijkerwijs eens met de spreker of schrijver, maar vinden het interessant genoeg om
te delen, duiden en ondertitelen.