Bitcoin verbod: CPB-directeur roept op tot censuur en financiële uitsluiting
Het stuk van Hasekamp, gepubliceerd in het FD én op de website van het CPB zelf, start sterk. Aan de hand van Gresham’s law beschrijft Hasekamp wat zich de afgelopen decennia rond geld voor onze ogen heeft afgespeeld: slecht geld verdringt goed geld. De CPB-directeur loopt alleen tegen een probleem aan. Zijn premisse is dat bitcoin het slechte geld is, maar in de praktijk gedraagt het zich anders. “Cryptovaluta worden juist niet in het gewone betalingsverkeer gebruikt”, ziet ook Hasekamp.
Dat komt omdat mensen het meest waardevaste geld bewaren, en het andere uitgeven. Zo verdreef papiergeld goud uit het dagelijks gebruik, richting een kluis met een goed slot erop. Net als goud is bitcoin op dit moment gewoon beter als oppotmiddel dan als betaalmiddel. Zou je Gresham’s law volgen, volgt onherroepelijk de conclusie dat niet bitcoin het slechte geld is, maar de euro. Dat is een gevolgtrekking die Hasekamp liever niet benoemt. Hij heeft een beter idee: zijn eigen premisse centraal stellen, de wet van Hasekamp.
Met die wet in de hand, vervolgt hij zijn betoog. Het gat dat Hasekamp voor zichzelf gegraven heeft, vult hij eigenhandig met argumenten die het CPB en de Nederlandse politiek onwaardig zijn.
De eerste dwaling heeft betrekking op de redenering van mensen die hij omschrijft als ‘bitcoinfans’. Het zou hen gaan om moderniteit, veiligheid en anonimiteit. Al vroeg in zijn column geeft Hasekamp er blijk van niet écht op de hoogte te zijn van wat er zich afspeelt in de bitcoinwereld.
Bitcoin is een alternatief geldsysteem. Het geld – de bitcoin – belooft de waardevaste eigenschappen van goud te combineren met het gebruiksgemak van de euro. Het systeem beoogt vrijheid, gelijkheid en stabiliteit met elkaar te verenigen. Dat wordt bereikbaar, omdat alles is vastgelegd in code; in regels buiten het bereik van invloed van centrale partijen. Volgens bitcoinadepten is dit daarom een dubbele doorbraak, de eenwording van het ideale geld en het ideale systeem. Waardevast geld waar iedereen toegang toe heeft, ongeacht je afkomst, status of geslacht. Ook in dit opzicht heeft bitcoin betere papieren dan de euro, waarmee nogmaals de wet van Gresham bevestigd wordt: bitcoin is het betere geld.
Met de tweede dwaling onthult Hasekamp zijn ware gezicht. Volgens de CPB-directeur scoort overheidsgeld goed op waardevastheid. Dat is alleen waar op heel korte termijn en voor consumentengoederen. Sinds 1971 heeft de dollar 86 procent van z’n koopkracht verloren. En zelfs met de beoogde 2 procent inflatie verliest geld in 30 jaar bijna de helft van z’n waarde.
Directeur CPB in het @FD_Nieuws : 'De afgelopen decennia is er nauwelijks sprake van geldontwaarding.' In de VS sinds 1980 236%! En dan laat ik de jaren 70 nog buiten beschouwing! Dát zijn de feiten, dames en heren.
— edin mujagic (@edinmujagic) June 11, 2021
De onwetenschappelijke truc die Hasekamp gebruikt is alle Nederlanders op één hoop vegen en een smalle definitie van inflatie hanteren. Kleine moeite voor een welgestelde directeur om in zijn ivoren Excel-sheet de gemiddelde Nederlander te modelleren, maar het individu ziet zijn spaardoelen steeds verder naar achteren schuiven. En dat huis dat de net afgestudeerde op het oog had? Vergeet het maar.
Hasekamp borduurt verder op zijn financial privilege door te vertellen over het grote gemak waarmee elektronisch betaald kan worden. Wat hij hier voor het gemak buiten beschouwing laat, is het globale karakter van bitcoin. Niet alleen zet dat een dikke streep door zijn uitspraken over inflatie, ook de kwaliteit van het gebruikte geld en de onderliggende infrastructuur is buiten Nederland veel lager. Wereldwijd leven miljarden mensen onder hoge inflatie, of financiële censuur en surveillance. Hun bankrekeningen worden afgesloten vanwege een verkeerde mening, omdat ze opkomen voor minderheden of de oppositie steunen. Of ze werken in het buitenland en betalen schandalige tarieven om hun loon naar hun familie thuis te sturen.
Desondanks “werkt het huidige geldstelsel behoorlijk”, luidt de conclusie van Hasekamp. Dat een geldsysteem gebaseerd op krediet inherent oneerlijk, onrechtvaardig en onhoudbaar is, laat hij maar even achterwege. Gelukkig hebben we dan nog mensen als Theo Kocken, econoom en hoogleraar risicomanagement aan de VU, die Hasekamp een spiegel voor houden:
“De wereld zit in een enorme inflatiegolf die veel kwaad aanricht: assetinflatie. Sommige economen willen dit helaas niet zien, omdat zij inflatie meten als de prijs van een brood en huur en niet als de prijs van een huis en een aandeel. Dankzij deze eenzijdige inflatiedefinitie kan de ontwrichtende werking van opkoopprogramma’s door centrale banken ongehinderd doorgaan. Huizenprijzen exploderen zelfs in coronatijd nog en de waarde van bedrijven schiet overal naar recordhoogten. Herverdeling van jong naar oud en van arm naar rijk gaat gewoon door. De oplopende staatsschulden worden ondertussen doorgeschoven naar jongere generaties.”
Hasekamp vervolgt met de tegenhanger van het huidige geldstelsel: “private cybervaluta”. Volgens de econoom presteren die op alle punten slechter dan overheidsgeld. Waardevastheid zou niet bestaan, gebruiksgemak is ondermaats, en veiligheid wordt “ondergraven door regelrechte zwendelpraktijken”. Nee, alleen op het gebied van privacy scoren “cybertransacties” goed, precies datgene wat ze “aantrekkelijk maken voor criminelen”.
Net als dat Hasekamp niet door lijkt te hebben dat het zelf gegraven gat steeds dieper wordt, keert hij op dit punt de wereld ook binnenstebuiten. Bitcoin is de culminatie van transparantie. Alles is inzichtelijk, te inspecteren en te controleren, van code tot aan transactie. Door iedereen, waar ook ter wereld. Zo lukte het de FBI afgelopen week om 63,7 bitcoin die was gestolen van Colonial Pipeline via de blockchain op te sporen en af te nemen van criminelen. Als het al mogelijk is om van ‘publiek geld’ te spreken, zou bitcoin als enige die titel verdienen. Hoe anders is dat voor de euro, waar obscuriteit de modus operandi is?
Hasekamp vervolgt met de stelling dat bitcoin buiten het criminele circuit ongeschikt is als rekeneenheid en betaalmiddel. Vanuit zijn ivoren toren geeft hij zo nogmaals een veeg uit de pan in de richting van mensen die gebukt gaan onder financiële censuur, Venezolanen die hun geld zien verdampen, Iranezen die van het wereldwijde financiële systeem zijn afgesloten, Nigerianen die nu fatsoenlijk met China kunnen handelen, de miljoenen Salvadoranen voor wie toegang tot de digitale economie eerder onbereikbaar was, en de Nederlander die dagelijks met het kraken van het huidige geldstelsel geconfronteerd wordt. Dat slechts een fractie van alle bitcointransacties aan criminaliteit te verbinden zijn, wordt door Hasekamp niet genoemd. Ook dat er wereldwijd vele miljoenen mensen met bitcoin betalen en via die weg uit een voor hen destructief financieel systeem konden stappen, blijft onbesproken.
Als niets aan bitcoin goed is, hoe kan het dan toch zo groeien? Die vraag moet Hasekamp dwars hebben gezeten. De verklaring zoekt hij bij wat nobelprijswinnaar Robert Shiller een contagious narrative noemt: “een besmettelijk verhaal waarin mensen geloven omdat andere mensen erin geloven”. Een prachtige verklaring, want de hele maatschappij hangt aan elkaar van besmettelijke verhalen. Niet voor niets zien we in de geschiedenis dat vrijwel alles gebruikt is als geld, van hondentanden, via vleermuiskaakjes, tot grote stenen, vertelt Paul Beliën, voormalig conservator van het Geldmuseum en tegenwoordig werkzaam bij De Nederlandsche Bank. De vraag is welk verhaal mensen willen geloven en hoe lang bestaande verhalen geloofwaardig blijven. Het verhaal van bitcoin is voor veel mensen in ieder geval een stuk aantrekkelijker dan degene die door centrale banken verteld wordt. Wat het sprookje nog in stand houdt, is de moeite die men steekt in het bewaren van de afstand tussen monetair beleid en burger.
Enfin, tijd voor actie, betoogt Hasekamp. “Deze week werd bekend dat China, na een eerder handelsverbod, nu ook bitcoin-accounts op sociale media blokkeert”, schrijft hij, om de lezer er vervolgens op te wijzen dat Nederland daarbij achterblijft. We hebben het dieptepunt bereikt. Niet omdat hij achterwege laat dat bitcoin verre van verbannen is in China, maar omdat hij om onnederlandse maatregelen vraagt.
In zijn strijd tegen bitcoin wil Hasekamp zo ver gaan de macht van de staat aan te wenden om daarmee een beweging richting Chinese normen en waarden in te zetten. Als ware het prijzenswaardig dat machthebbers censuur en surveillance op burgers loslaten om te voorkomen dat ze de grip op hen verliezen, roept Hasekamp op om Chinees voorbeeld te volgen. Sterker, om verder te gaan: een algeheel verbod op bitcoin.
Wat resteert zijn vragen. Waarom neemt het CPB hier überhaupt een positie over in? Wat is het achterliggende motief? Hoe ziet hij een verbod voor zich? Realiseert hij zich dat hij Nederland nog verder op technologische achterstand zet? Heeft hij oog voor de innovatieve doorbraken die zich naast bitcoin in hetzelfde domein plaatsvinden? Helaas is hij onbereikbaar voor commentaar. “Hij wil niet te veel tijd steken in het cryptodebat”, luidt het antwoord.
Uiteindelijk is er maar één manier om bitcoin definitief buiten werking te stellen: een alternatief verzinnen waardoor het overbodig wordt. Als er niemand meer is die waarde hecht aan geld dat bestendig is tegen devaluatie en censuur, dat door iedereen gebruikt kan worden, dat niet discrimineert, dat gemaakt is voor de digitale wereld, dat in een fractie van een seconde van de ene naar de andere kant van de wereld verplaatst kan worden, dan zal niemand er nog energie in steken en sterft het een stille dood.
Misschien dat Hasekamp beter daar zijn energie aan kan besteden?
Iedereen heeft een mening
Onder de noemer Opinie
schrijven we regelmatig over een spraakmakende podcast, video of tweetstorm.
We zijn het niet noodzakelijkerwijs eens met de spreker of schrijver, maar vinden het interessant genoeg om
te delen, duiden en ondertitelen.